
Als Julia ’s middags thuiskomt uit school is er niemand thuis, behalve oma die nog in haar bed ligt. Julia schrikt als oma niet reageert op haar vragen. Ze belt mama op haar werk die snel naar huis komt. Mama en oma vertrekken met een ambulance naar het ziekenhuis. Als mama terug thuis komt is het met de trieste mededeling dat oma dood is.
Dan volgt het hele proces bij Julia van niet aanvaarden, boos zijn en verdrietig zijn. Als ze na de begrafenis naar het kerkhof gaat, ontmoet ze een wonderlijke jongen die haar meeneemt naar een meer waar ontelbare kaarsen op drijven: het meer van de levenslichten. Daar ziet Julia haar eigen flakkerende levenslichtje naast oma’s gedoofde kaars. En zolang Julia van oma houdt, zal oma’s kaars nooit naar de bodem zinken, maar altijd naast de hare blijven.
Na deze ontmoeting keert ze opgelucht naar huis.
met tekeningen van Thé Tjong-Khing
