Kinderen en jongeren rouwen even krachtig als volwassenen. Er zijn echter wel verschillen tussen volwassenen en kinderen. Kinderen uiten hun gedachten en gevoelens vaak op een andere manier dan volwassenen. Ze ‘zeggen’ veel in hun gedrag, spel en tekeningen en niet zozeer in een goed gesprek. Ze zijn niet altijd in staat zulke grote gevoelens en gedachten in woorden uit te drukken. Kinderen zijn afhankelijk van volwassenen daarom kunnen ze enerzijds ongevoelige vragen stellen zoals ‘wie brengt me nu naar ballet’ als een ouder net overleden is en anderzijds juist hun ouders niet willen confronteren met hun eigen verdriet en stiekem in hun bedje huilen. Bovendien kunnen kinderen doorgaans niet lang pijn achter elkaar verdragen en rouwen zij als het ware in brokjes. Zo kunnen zij eerst diep verdriet tonen en even later vrolijk voetballen. Dan krijgt men wel eens de indruk dat kinderen niet rouwen
Sommige kinderen raken sterk in zichzelf gekeerd of storten zich op hun schoolwerk, anderen gaan zich agressief of druk gedragen. Soms krijgen kinderen lichamelijke klachten als buikpijn of vallen terug in hun ontwikkeling
Rouw tijdens de ontwikkeling
Kinderen zien door hun cognitieve en emotionele ontwikkeling steeds weer met nieuwe ogen wat ze hebben meegemaakt in hun leven. Nieuwe kennis over de dood kan nieuwe gevoelens met zich meebrengen. Steeds weer moeten kinderen zich dus opnieuw verhouden tot wat ze hebben ervaren. Het kan daarom heel goed dat kinderen jaren na het sterven door heftige rouw worden overvallen. Niet omdat ze het daarvoor niet verwerkt zouden hebben of verstopt hebben maar omdat ze er meer van kunnen begrijpen.